‘We moeten verder, in vrede en liefde’
Voor de tweede keer hebben kerken schuld beleden voor hun aandeel in de slavernij. ‘Dit is een vervolgstap’, zegt secretaris van de Raad van Kerken Christien Crouwel over de herdenkingsdienst aan de vooravond van Ketikoti.
Jacqueline Helstone kan er nog niet over uit. Héérlijk vindt ze het dat dominee Clifton Walker net een bijbeltekst voorlas in Sranantongo, de oorspronkelijke taal in Suriname waar beiden hun wortels hebben. “Weet je hoe fijn dat is, dat je je eigen taal hoort in de kerk”, vraagt ze na afloop. “Bam, I’m home! Zo voelde het.”
De Amsterdamse, lid van de Evangelische Broedergemeente, is ‘uit betrokkenheid, als zwarte vrouw’ afgekomen op de herdenkingsdienst van de slavernij vrijdagavond, aan de vooravond van Ketikoti. Een brede waaier van kerken aangesloten bij de Raad van Kerken, goed voor zes miljoen gelovigen, belijden daar schuld voor hun aandeel in het slavernijverleden en bidden om een heilzame verwerking daarvan.
Dat doen ze in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, te midden van het praalgraf van admiraal in koloniale tijd Michiel de Ruyter én de Surinaamse verzetsstrijder Anton de Kom, die juist tegen koloniale overheersing streed. In deze kerk heeft hij vorig jaar een gedenksteen gekregen.
De dienst is zorgvuldig voorbereid, de werkgroep die het programma heeft opgesteld wilde niemand tekortdoen, niet in presentatie, niet in woorden. Alles is veelkleurig. Maar liefst zestien voorgangers verzorgen de dienst, hun achtergrond en kerkgenootschap zijn zeer divers.
Ook het koor is gemengd. Voor de gelegenheid zette dirigent Paul Hessen zijn beide koren bij en door elkaar: gospelkoor El Elyon uit Barneveld en The Revivals uit Amsterdam. De Amsterdammers dragen traditionele Surinaamse klederdracht, de Veluwenaren hebben over hun witte bovenkleding een kleurige sjerp.
De liederen komen uit verschillende zangbundels, niet allemaal voor iedereen bekend, maar wel allemaal makkelijke meezingers. Bij het Engelstalige Bind us together deint het koor mee, hun handen hebben ze op elkaars schouder.De schuldbelijdenis heeft de vorm van een gebed. “Wij belijden voor u dat wij als kerken hebben bijgedragen aan het in stand houden van de slavernij en dat wij door onze theologie het misbruik van mensen gerechtvaardigd hebben”, bidt René de Reuver, secretaris van de Protestantse Kerk in Nederland.
In het openbaar
Het is niet de eerste keer dat de kerken excuses maken voor hun aandeel in de slavernij. Tien jaar geleden, in 2013, kwam de Raad van Kerken ook al met zo’n schuldbelijdenis, het kerkelijke woord voor excuses.
Christien Crouwel, secretaris van de Raad van Kerken, ziet deze herhaling als een vervolgstap. “Het is belangrijk dat dit in het openbaar gebeurt. De kerk maakt deel uit van de samenleving, we hebben een gemeenschappelijk verleden.”
De aanwezigheid van onder anderen stadsbestuurders, ambassadeurs, maatschappelijke organisaties en ministers moet dat publieke karakter onderstrepen. De drie bewindslieden, Franc Weerwind, Carola Schouten en Hanke Bruins Slot, zitten op de voorste rij, ChristenUnie-Kamerlid Don Ceder zit naast hen.
De woorden van de schuldbelijdenis gaan Harmen Niemeijer, lid van de Nederlands Gereformeerde Kerk in Amersfoort, door merg en been. “Dat er zoveel verkeerde dingen gedaan zijn met een beroep op de Bijbel, terwijl ik ook mijn hele leven bezig ben met de Bijbel, dat raakt me wel”, zegt de directeur van Micha Nederland, een organisatie die materiaal heeft samengesteld voor kerkelijke vieringen zondag, ter gelegenheid van Ketikoti. Er zijn vijfhonderd bestellingen de deur uit gedaan, meer dan Niemeijer vooraf had gedacht.
Voor de preek in de Nieuwe Kerk zijn twee mensen gevraagd, de witte dominee Rosaliene Israël en de zwarte katholieke pastor Duncan Wielzen. In hun witte toga met groene stola staan ze voor het hoge, gouden koorhek en naast de kleurige bloemschikking, waarin de distels de tranen van ontluistering en woede verbeelden, de gele de tranen van een nieuw begin. En de witte, dat zijn volgens de samenstellers ’tranen die geen kleur kennen’. Rond dat thema wordt ook een samenspel van dans en spoken uitgevoerd.
Pastor Wielzen gaat terug naar zijn voorouders, hij noemt ze bij naam: betovergrootmoeder Kitty Maria en overgrootvader Azor Petrus, beiden geboren in slavernij en ballingschap. “Hoe hebben zij zich staande gehouden, voelden zij zich gesteund door God, te midden van de onvrijheid?”, vraagt hij.
Dat zij zijn ontmenselijkt en dat dat is gerechtvaardigd door de kerken, noemt zijn collega Israël onvoorstelbaar. “Maar het is gebeurd. Ik erken volmondig de verantwoordelijkheid voor het verleden, en ook voor racisme en ongelijkheid van vandaag”, zegt ze in een doodstille kerk. “Dat gaat veel verder dan excuses en vragen of we dan nu weer oké zijn. Wat ik doe of laat, kan het verschil maken tussen recht en onrecht.”
Te stil
Bij het uitspreken van hun overdenking, pinkt de katholieke op Curaçao geboren Luca Fonseca een traantje weg. “Dit heeft me ontroerd, hier zie je hoe dichtbij het verleden komt”, zegt ze. Ze is speciaal uit Den Haag gekomen voor deze viering. “Ik vind het ontzettend belangrijk dat zwarte en witte mensen bij elkaar komen en samen kijken hoe we omgaan met het verleden. Dat is van ons allemaal, en we moeten verder, in vrede en liefde.”
Na de viering wordt de liturgische bloemschikking ingepakt. Die krijgt een plek in de Koningskerk, een paar kilometer verderop in Amsterdam. In die evangelische broedergemeente is er daags na de herdenking een Ketikoti-dienst.
Dat is precies de bedoeling van de Raad van Kerken. Na de schuldbelijdenis van tien jaar geleden is het rond slavernij in kerken te stil geweest, zegt secretaris Crouwel. “We zijn tekortgeschoten in de heilzame verwerking. Met deze dienst drukken we de hoop uit dat heilzame verwerking mogelijk is.”
Witte en migrantenkerken
“Het is goed dat we schuld belijden, en nog eens schuld belijden, maar op een gegeven moment houdt het op. We moeten verder, en dat moeten we samen doen als witte en zwarte kerken”, zegt Rhoinde Mijnals-Doth, voorzitter van Samen Kerk in Nederland (Skin), de vereniging van christelijke migrantenkerken, met samen zo’n miljoen leden.
Bij migrantenkerken proeft ze hier en daar behoefte om het verleden te laten rusten. “Er zijn er die niks met zo’n herdenking hebben.” Bij witte gelovigen merkt ze schaamte over het verleden, en verlegenheid erover te praten. Dat is niet nodig, zegt ze: “Het gaat om bewustwording, en dat begint bij een gesprek. Dat moet niet verwijtend zijn, er hoeft niet met het vingertje gewezen te worden. De slavernij gaat drie, vier generaties terug, niemand nu heeft het meegemaakt. Je hoeft je niet te schamen, je hebt begrip voor elkaar.”
Alles begint, zegt ze, met ontmoeting, met contact. Daar schort het aan, witte en migranten-kerken trekken veelal gescheiden op, en maar weinig kerken hebben een gemengd publiek. Beide groepen blijven, ziet Mijnals-Doth, graag ‘onder elkaar’. De Skin-voorzitter is ervan overtuigd dat dat anders moet, en ook anders kan: “Als er eens een zwart iemand bij je dienst is, heet die dan echt welkom. Nodig voor een inclusieve viering niet een zwart koortje uit, maar doe echt iets samen. Migrantenkerken hebben vaak problemen met huisvesting, stel ruimte beschikbaar en verdiep je erin wie daar komen. Er is nog veel werk aan de winkel, maar met dit soort dingen kan je nu al aan de gang.”
De schuldbelijdenis zoals uitgesproken in het kyrie-gebed
Eeuwige, onze God, U hebt alle mensen geschapen naar Uw beeld en gelijkenis, Uw wil geschiede in de hemel en op aarde. Voor U roepen wij uit, dat door de eeuwen heen mensen als handelswaar werden beschouwd, dat inheemsen tot slaaf werden gemaakt, dat mensen uit Afrika, Azië, Suriname en het Caribisch gebied onderdrukt, geroofd en verkocht werden, dat tot slaaf gemaakte mensen zwaar hebben geleden onder de vaak wrede behandeling door Europeanen, dat winstbejag van de Nederlandse overheid en de rijkste families leidde tot uitbuiting en ontmenselijking, ook van de inheemse bevolking, dat de slavernij door vele predikanten, zendelingen, missionarissen met de Bijbel in de hand werd goedgekeurd, en dat de oorspronkelijke religie verboden werd.
Voor U roepen wij uit, dat de doorwerking van de slavernij ook vandaag mensen berooft van hun waardigheid die zij van U ontvangen hebben, dat racisme in onze samenleving nog steeds aanwezig is, dat ook in de kerken huidskleur en herkomst tot verschillen leiden. Wij belijden voor U, dat wij als kerken bijgedragen hebben aan het in stand houden van de slavernij, dat wij door onze theologie het misbruik van mensen gerechtvaardigd hebben, dat wij niet opgekomen zijn voor rechtvaardigheid en voor de vrijheid van zusters en broeders, dat ook de kerken hebben deelgenomen aan de slavernij door de uitbuiting van tot slaaf gemaakte mensen.
Wij belijden voor U, dat wij er ook vandaag onvoldoende in slagen werkelijk inclusieve gemeenschappen te zijn, dat wij ook vandaag te weinig doen tegen huidige vormen van slavernij, racisme en discriminatie. Het is Uw wil, dat alle mensen geholpen worden en dat zij de waarheid kennen, het is Uw wil, dat wij als zusters en broeders zonder onderscheid samenleven. Help ons op weg naar een heilzame verwerking van het slavernijverleden, zend ons Uw Geest die ons vernieuwt en verzoent. Dat wij stappen kunnen zetten op de weg van genezing en herstel. Laat ons groeien naar een wereldwijde gemeenschap, waar alle leden gelijkwaardig samen optrekken en werken aan recht en gerechtigheid voor iedereen.
Gepubliceerd: 14 juli 2023
Bron: Artikel Trouw 3 juli 2023